25.2.15

Sprookjes bestaan niet

Vroeger geloofde ik altijd alles. Ik geloofde in Sinterklaas en Zwarte Piet, ik geloofde in de Paashaas, ik geloofde in de Tandenfee en ik geloofde zelfs dat in mijn kleine Intertoys keukentje een magisch oventje zat waar heel toevallig elke dag alle folders in getoverd werden. Dat laatste bleek eigenlijk gewoon mijn moeder te zijn die alle post, die overbodig was en ze zelf niet wilde, in mijn oventje stopte. Sinterklaas bleek gewoon een oude man te zijn met een nep baard en een plastic staf, Zwarte Piet was gewoon mijn zus met een zwarte handschoen, die heel toevallig altijd als de cadeautjes werden gebracht naar de wc moest. En dan de Paashaas, ik weet niet hoe ik daar ooit in heb kunnen geloven.. een haas legt geen eens eieren... Een ding waar ik nooit in heb geloofd was de Kerstman, het kan toch nooit dat er iemand door de lucht vliegt met een paar rendieren, alhoewel, als in mijn beleving Sinterklaas ook echt was en dat hij over de daken kon lopen met zijn paard ook echt kon, dan zou de Kerstman ook wel eens kunnen bestaan.




Waar ik heilig van overtuigd was, was dat sprookjes echt waren. En ik alles kon zijn wat ik wilde zijn en kon worden wat ik wilde worden. Ik droomde dat ik later in een groot kasteel ging wonen, een paar meter lang blond haar had net als Rapunzel, een roze limousine had, ging trouwen met een hele knappe prins (lol) en een heleboel honden en andere dieren had. Ik had geen zorgen en dacht dat het leven bestond uit alleen maar goede dingen. Ik vond het gek dat er oude mensen waren. Werden die dan oud en rimpelig geboren? Hoe zat dat? Je bleef toch altijd jong?


Misschien was mijn eerste tegenslag wel de scheiding van mijn ouders toen ik 2.5 was, of het overlijden van mijn hondje, Takkie. Ik denk vooral dat laatste. Ik weet eigenlijk niet echt hoe het is om ouders te hebben die samen zijn, vandaar dat ik het waarschijnlijk ook niet kan missen. Daarentegen wist ik wel hoe het was om hondjes te hebben waarvoor ik door het vuur zou gaan. Mijn hondjes waren mijn alles. Ik dacht altijd dat mijn hondjes voor altijd en altijd bij me zouden blijven. Maar helaas was dat niet zo. De dag dat we Takkie moesten laten inslapen wist ik dat sprookjes niet bestonden. Als sprookjes wel bestonden dan zouden Papa en Mama altijd van elkaar blijven houden, dan zouden mijn hondjes nu nog allemaal leven en dan had ik nu lang blond haar.


Wanneer je ouder wordt kom je er achter dat die perfecte wereld die je vroeger verteld is, helemaal niet bestaat. Eigenlijk worden we voorgelogen en denken we dat het leven uit alleen maar ups bestaat en kennen we het woord down niet. Het is bijna alsof hoe meer tegenslagen je hebt, hoe sneller je volwassen wordt. Hoe sneller je de realiteit onder ogen komt en ziet dat de wereld niet bestaat uit eenhoorns, kastelen en alleen maar liefde.


In mijn sprookje zou er wereldvrede zijn, had niemand honger, was er geen armoede, bestonden er geen ziektes, werd niemand beoordeeld op zijn of haar uiterlijk/muzieksmaak/hobbys, was iedereen gelukkig en kon elk kind als kind opgroeien. Had iedereen een Mama en Papa, werd niemand buitengesloten, waren mannen en vrouwen gelijk en mocht iedereen trouwen, wat je seksualiteit ook is. Maar die perfecte wereld bestaat niet.



Als sprookjes wel bestonden dan gingen er geen kindjes dood aan kanker, dan mocht je zijn wie je wilde zijn. Dan leefde iedereen nog lang en gelukkig en dan was er, hoe dan ook, altijd een happy ending.


Maar sprookjes bestaan niet,
en toverstafjes zijn nep.